Kweepeerwijn

Onze eigen kweepeer oogst bestond in 2020 uit maar liefst twee kweeperen. Die zijn in een chocoladetaartje gegaan. Een collega van mij heeft meerdere bomen in haar tuin staan, wat voor een rijke oogst zorgt. Meer dan ze kan verwerken. Ik heb een grote tas gekregen en er tien liter kweepeerwijn van gemaakt. Het zal nog wel even duren voor hij op smaak is.

(AH)

Slakken

We hebben een bak met de courgetteplantjes buiten de moestuin gezet. De moestuin is het terrein van de eenden. Er is vrijwel geen slak te vinden. Hoe effectief de eenden als slakkenjagers zijn bleek al snel: de courgette plantjes werden opgevreten door de slakken.

Maar dat is op te lossen: we hebben een stuk buiten de moestuin met een net afgezet en het hekje open gezet. De eenden waren er al snel bij om korte metten te maken met de slakken. Daar hebben de asperges ook baat bij, daar hadden de slakken het vorig jaar ook op gemunt. En de eenden vinden het prachtig, zo’n nieuw terrein. Pannetje water erbij om te drinken en de snavel te wassen. Jammer van die kip die het feestje verstoord.

(AH)

Suikermaïs

Peter en ik zijn gek op suikermaïs. Op de barbeque, gekookt met boter. Of met mayonaise, chilipoeder en cheddar (ja, is wél lekker!). Maar het werd eigenlijk nooit een succes in de moestuin. Er werden wel kolven gemaakt, maar die waren in het beste geval voor de helft gevuld met zaden.

Onlangs liep ik door de moestuin terwijl ik belde met een collega. Dat is dan weer het voordeel van thuiswerken in verband met de corona lockdown. Zij vertelde me dat de maïs het bij haar prima doet. En toen hoorde ik mezelf opeens zeggen dat wij te weinig wind hebben voor de bestuiving.

Onze moestuin ligt heel erg beschut, tussen een houtsingel, ons kleine bos en het huis. Daardoor komt de nachtvorst minder hard aan en kunen we in de lente wat eerder aan de gang. Maar voor een windbestuiver als maïs is dat mogelijk een probleem.

In het voedselbos waait het heel wat meer. Daarom een proef met de maïs daar. Ik heb een stuk karton neergelegd op het gras, daar drie kruiwagens compost op gegooid en daar de maïsplantjes in gezet. Omdat ik de hoop al op had gegeven, heb ik zelf niets gezaaid, maar de Welkoop hier in het dorp verkoopt biologische plantjes. Voor de lol heb ik ook wat akkerbloemen ingezaaid.

Ik ben heel benieuwd of het wat wordt, mogelijk kunnen de plantjes niet diep genoeg wortelen. Komende herfst wil ik een stuk “ontginnen” met karton en stro, zodat de grond kaal is en de maïs dieper kan wortelen.

(AH)

Bijenhotels

We hebben een klein bakje aan de gevel hangen met kartonnen pijpjes voor wilde bijen. Er zitten twee maten kokertjes in en het is een groot succes. De wilde bijtjes vliegen af en aan. Vooral rosse metselbijen, maar ook een ander soort die ik nog niet heb kunnen identificeren.

Het is pas begin mei en we willen alle bijtjes die nog komen gaan ook nestruimte bieden. 

Peter heeft met lange houtboren diepe gaten geboord in een eikenhouten stam. Verschillende maten voor verschillende bijen. Bijen willen een gat dat net iets groter is dan de omvang van hun lijf, zodat ze er goed in en uit kunnen. Maar niet veel groter, want dan is het dicht maken erg veel werk. En de gaten moeten voldoende diep zijn. Hoe groter het gat, hoe dieper.

Ik heb een hotel gemaakt van een blik dat ik gevuld heb met papieren rietjes, roggestrootjes, rietstengels en de holle takken van vlier. De deksel van het blik heb ik open geknipt en er als afdakje op bevestigd met ijzerdraad.

Beide hotelletjes komen een op een zonnige plek. En nu maar afwachten of deze net zo populair worden.

(AH)

Hommelhuisjes

Dit voorjaar zijn er meer hommelkoninginnen dan ooit. Bij hommels overwinteren de jonge koninginnen, die in het voorjaar wakker worden. Ze zoeken dan een plekje voor een nest en beginnen een volk.

Ik hoop dat het komt door het Lochemse zonnebloemenproject (www.zonnebloemlint.nl) waar ik bij betrokken ben. Dat de hommels in de zomer genoeg te eten hadden, waardoor er veel weldoorvoede jonge koninginnen waren. Maar het kan ook liggen aan de zachte winter. Of aan alle houtrillen. En de composthopen die we niet omsteken, zodat ze plekjes hebben om te overwinteren.

Hoe het ook zei, de koninginnen hebben plekjes nodig voor een nest. Daarvoor gebruiken ze vaak nestkastjes van vogels die niet schoon zijn gemaakt. Of verlaten muizennesten. Beide hebben we hier: nestkastjes maken we nooit schoon en lege muizennesten moeten er ook genoeg zijn, gezien het aantal prooien dat onze katten mee naar huis nemen.

Toch vond ik het leuk om te experimenteren met nestgelegenheid. Ik had nog nestmateriaal van het mezennest in de bijenkast vorig jaar. Ik heb een flinke bloempot met een groot gat in de bodem ondersteboven half ingegraven met nestmateriaal er in. Om te voorkomen dat er regen in stroomt, heeft Peter een afdakje gemaakt van een stuk boomstam.

Omdat ik nog nestmateriaal over had, heb ik een bloempot die aan de muur hing bij ons vorige huis, ingericht als hommelhuisje. Het gat voor de afwatering zit daar aan de zijkant. Dat gat heb ik wat groter gemaakt. De pot, gevuld met nestmateriaal, heb ik in de salie gezet. En in die pot is een hommel gaan zitten! Ik denk dat het een akkerhommel is. Grappig genoeg maakt ze geen gebruik van het gat bovenin, dat ik groter had gemaakt. Ze gebruikt het kleine gaatje waar de pot aan hing.

Op het filmpje is ze bezig stukjes blad in de pot te slepen. Dit is zo leuk dat ik nog wat meer potten heb neergezet.

(AH)

Asperges

Ik heb het aspergebed vrijgemaakt van alles wat er op was gegroeid. Daarna hebben we het weer een beetje opgehoogd. Helemaal klaar voor het voorjaar.

Ik kwam tijdens het werk wel een muizenholletje tegen en een gang. Oftewel woelmuizen. Nu maar hopen dat ze zich niet tegoed hebben gedaan aan alle aspergeklauwen en er wel wat op gaat komen straks.

(AH)

Winterpostelein

Ik probeer al een aantal winters om winterpostelein in de moestuin te krijgen. Met weinig succes: de eenden zijn er zo dol op, dat elk plantje in een snavel verdwijnt.

Dus kocht ik het steeds bij de biologische groentewinkel of -kraam op de markt. 

Totdat Peter me er op wees dat de hele kas vol staat met “zulk soort blaadjes”. Vorig jaar heb ik een paar plantjes in de kas tot bloei laten komen en nu staat de kas helemaal vol. En dat ondanks dat ze nooit water krijgen. Het is er nu kurkdroog.

Dit voelt toch als een kadootje van moeder natuur.

(AH)

Wilgen knotten

In de voortuin hebben we vier knotwilgen staan. Twee ervan zijn amandelwilgen, de andere twee moet ik nog eens determineren.

Wilgen zijn ontzettend belangrijk voor insecten en dan met name bijen. Mijn honingbijen en de vroege hommels maken er volop gebruik van. Maar ook veel solitaire bijen zijn afhankelijk van wilgen. Afhankelijk van de soort wilg, kunnen er wel tot 17 verschillende soorten solitaire bijen op vliegen.

Veel solitaire bijen hebben een beperkte actieradius. Voor hen is knotten een ramp. In het vroege voorjaar komen de bijen uit hun nest en vinden niets te eten, want de wilgen zijn geknot. Honingbijen en hommels kunnen naar andere wilgen in de buurt vliegen, maar voor veel solitaire bijen zou dat te ver zijn. We hebben wilgen in ons bosje staan en bij onze buren staat een enorme treurwilg. Maar dat is al gauw een paar honderd meter en zo ver komen niet alle solitaire bijen.

Om problemen te voorkomen, zagen we alleen de dikste takken uit de knotwilg. De dunnere takken blijven gewoon zitten en zullen bloeien. Die komen in een komend jaar aan de beurt.

(AH)

Paadje

Nu we een mooi hek om de moestuin hebben, met poortjes er in, moest er ook een paadje komen. Zodat je zo uit de woonkamer via de schuifpui door kunt lopen de moestuin in. We hadden al iets aangelegd met plankjes en houtsnippers, maar dat was volledig overwoekerd.

Ik had wel een belangrijke eis, ik wilde dat het paadje nestgelegenheid zou bieden  voor solitaire bijen. Zeventig procent van de bijen nestelt in de grond en bestrating kan daar heel geschikt voor zijn. Mits de tegels brede voegen hebben en er voldoende schoon zand onder zit. Daar hebben bijen een voorkeur voor, zwart zand met veel organisch materiaal kan teveel micro-organismen bevatten. Hierdoor kunnen de larven die uit de eitjes komen die in het zand gelegd worden, ziek worden.

Peter is aan het werk gegaan en heeft een geul van 30 cm diep uitgegraven. Deze is gevuld met schoon zand. Daarna heeft hij met behulp van een latje de tegels en stenen vrij ver uit elkaar gelegd.

Het resultaat mag er zijn en het is heerlijk om op een zonnige dag zo de moestuin in te lopen.

(AH)

Zwerm

Een van mijn twee volken ging vorige week woensdag onverwacht zwermen. Anderhalve week eerder had ik nog in de kast gekeken en toen was er zelfs geen speeldop. Speeldoppen zijn een soort aanzet tot het type dop waaruit een koningin komt en daarmee een indicatie dat het volk zwermneigingen krijgt.

De bijen streken neer tegen de stam van een conifeer, zo hoog dat wij er niet bij konden. En omdat ze tegen de stam zaten, was afslaan ook geen optie. Als ze aan een tak hangen, kan een flinke tik op de tak er voor zorgen dat de hele zwerm omlaag valt, in de mand of emmer die je er onder hebt gehouden.

Woensdagavond sloeg het weer om en werd het koud, regenachtig en stak er een flinke wind op. Geen weer waarbij een volk naar de nieuwe woning gaat vliegen.

Ik wilde de zwerm in een kast zetten, maar wist niet hoe.

Eerst hebben we een soort kast gefabriceerd van twee koelboxen en die bij de zwerm vastgebonden. In de hoop dat ze er in zouden kruipen. Ze vonden het niks.

Vervolgens hebben we het geprobeerd met een zwermboor. Dat is een ding waar een zwerm in zou kruipen. Niet mijn zwerm, ondanks dat ik het met was en propolis in had gesmeerd.

Bijen die zwermen, nemen voor drie dagen voedsel mee in hun maag en die waren bijna voorbij. Tijd voor straffe maatregelen, of ze zouden van honger en kou dood gaan, hoog in die conifeer.

Omdat we allebei meer om bijen geven dan om coniferen, heeft Peter de top uit de boom gezaagd. Hij viel heel mooi om, hangend op de onderligende takken, met de bijen op hun plek. Een voor een zaagde Peter de takken af, net zo lang tot ik er bij kon en de bijen in een emmer kon vegen.

De emmer heb ik een paar uur ondersteboven laten staan met een steen onder de rand, zodat achtergebleven en rondvliegende bijen er ook in konden. Een paar uur later heb ik de zwerm in een kast gedaan. Helaas niet ik de kast die ik graag wil bevolken, want daar broedt een koolmees in.

Ik heb ze een pak suikerdeeg gegeven omdat het geen goed weer was om te vliegen. Vandaag was het eindelijk wat warmer en toen ik thuis kwam zag ik bijen in en uit de kast gaan. Over een paar weken zal ik een voorzichtig kijken hoe het er mee staat binnenin de kast.

Bij inspectie van de kast waar de zwerm uit kwam, vond ik maar twee zwermdoppen. Normaal maken bijen er wel 20. Zelfs als ik dit op tijd gezien had, zou ik niet hebben gedacht dat het om zwermneigingen ging, maar zou het voor een zogenaamde stille moerwissel hebben gehouden. Daarbij wordt de oude koningin door een nieuwe vervangen, terwijl het hele volk in de kast blijft.

Al met al heb ik heel veel geleerd!

(AH)